Ingrediënten
(6 personen)
- 200 g bloem (+ voor bestuiven)
- 2- 3 eetlepel suiker
- 100 g koude boter in stukjes
- 1 losgeklopt ei
- scheut citroensap
- 8-10 stoofpeertjes
- 60 g boter
- 160 g kristalsuiker
- 2 theel. kaneel + 2 theel. gemberpoeder
- ingevette lage bakvorm (26 cm)
|
Bereiden
Korstdeeg
- Meng bloem, suiker, snuf zout.
- Wrijf met je vingers de boter door het bloemmengsel tot het de structuur van grof zand heeft.
- Kneed het ei erdoor, vorm een bal als het deeg niet meer plakt, wikkel in plastic folie en leg minstens een uur in de koelkast.
Peren bereiding
- Zet een bak met water en citroensap klaar.
- Schil de stoofperen (dunschiller), klokhuizen eruit.
- Snijd ze boven het citroenwater in schijfjes (scherp mes).
- Smelt de boter op laag vuur in een braadpan.
- Roer de suiker erdoor tot je een grove suikerstroop hebt.
- Laat intussen de peerplakjes uitlekken (vergiet).
- Doe ze in één keer bij de suikerstroop (let op: spat!), kaneel en gember erbij.
- Schep de peren op hoog vuur 15-18 minuten om tot ze beetgaar zijn en het vocht is gekaramelliseerd en grotendeels verdampt.
Taart maken
- Verdeel de peer-met-karamel over de taartvorm en laat afkoelen.
- Verwarm de oven tot 200 °C.
- Rol de deegbal uit op een schoon, goed bebloemd aanrecht, tot een lap ca. 4 cm groter dan de taartvorm.
- Snijd mooi rond bij, rol de deegplak rond de deegroller en rol het deeg voorzichtig af over de stoofperen.
- Druk rondom de randjes naar beneden.
- Bak de taart in 20-25 minuten knapperig.
- Laat 10 minuten afkoelen, leg een platte schaal op de vorm, draai samen en laat de taart op de schaal glijden.
Serveren met slagroom!
|