In het boterbloemenveld waar ik liep zat deze mooie smalle kever met een lengte van ongeveer 8 mm. Dit is de fraaie schijnboktor of fraaie schijnbok (Oedemera nobilis). Hij doet z’n naam eer aan, want fraai is die zeker met z’n prachtige groene metaalglans. Deze kleur kan variëren, want naast deze mooie heldergroene kleur kunnen ze ook blauw tot violet gekleurd zijn.

De dekschilden lijken niet helemaal te passen, waardoor de achtervleugels voor een deel onbedekt zijn. In het Engels heten ze thick-legged flower beetle of swollen-thighed beetle. Dit slaat op de achterpoten van de mannetjes, die hebben opvallend dikke, opgezwollen dijen. Dit is een typisch kenmerk voor de Oedemerasoorten. De vrouwtjes hebben deze niet.

Je vindt deze kever op veel verschillende bloemsoorten terug, met name in het voorjaar. Ze voeden zich met stuifmeel en nectar. De larven zijn vegetarisch, ze leven in dode stengels van met name kruidachtige planten en ook in de bovenste delen van de wortels van verschillende soorten heesters.

Feitjes:
De Nederlandse familienaam schijnboktor danken deze kevers omdat ze veel lijken op echte boktorren, zowel qua uiterlijk als levenswijze.

Schijnboktorren kunnen zich verdedigen door de giftige stof Cantharidine uit te scheiden. Deze stof kan blaren veroorzaken. De Engelse naam voor de familie van schijnboktorren is dan ook false blisterbeetle, letterlijk ‘valse blaarkevers’.

---

–..– Facebook –..– Instagram –..– Adobe Portfolio –..– Photo albums –..– Nature blog –..–

---