Gewoon nog een keer, omdat ik ze zo leuk vind…
Waarom heet de springstraat springstaart? De soort dankt hun Nederlandse naam aan de (bijna altijd) gevorkte staart onder hun buik. Deze kan hard worden uitgeklapt en dan kunnen ze wel zo’n 8 cm ver weg springen! Dat is omgerekend zo’n 20x keer hun eigen lengte! Moet je eens afzetten tegen je eigen lichaamslengte (gemiddelde man = 1.83, dus dat zou dan zo’n 36 meter zijn…) . Ze springen dus niet, zoals een vlo, met de poten.
Verder hebben ze ook een handig apparaatje, de kleefbuis of ‘collofoor’, wat in het latijn Collembola is. Hier hebben ze hun wetenschappelijke naam aan te danken. Dit is een kokertje waarmee ze zich kunnen vastzetten in de grond zodat ze niet wegwaaien, een niet geheel ondenkbaar gevaar voor hen.
Seksueel gezien zijn de meeste soorten ‘saai’. Echte hete seks vindt er bij de meeste soorten niet plaats. Nee, meestal laten de mannetjes gewoon een spermapakketje achter die dan maar door het vrouwtje moet worden opgepikt (soort van drop & collect), heel romantisch… Maar sommige maken er meer werk van. Zo zijn er die het zaadpakketje op een soort stokje plaatsen en weer anderen maken een soort hekje van zaadpakketjes en leiden het vrouwtje er heen om het te pakken. De echte romanticus onder de spingstaartsoorten leidt het vrouwtje door een soort paring-spel naar het sperma.
Qua kleur zijn ze soms saai grijs/bruin, maar er zijn er ook, zoals deze Dicyrtomina ornata, die de meest bonte kleuren hebben. Er zijn 8700 beschreven soorten springstaarten, dus als je nog foto projectje zoekt….