Deze grote, opvallende kever is de Muskusboktor met de Latijnse naam Aromia moschata. Als je die letterlijk vertaald kom je uit op ‘een muskusachtig aroma’. Dit slaat op de sterke muskusachtige geur die wordt afgescheiden bij verstoring, uit klieren in de achterzijde van het borststuk. Daarom werd hij in het verleden wel gebruikt om een aroma aan sigarenkistjes te geven.

Het lichaam heeft een metaalachtig blauw of groen kleur met een goudachtige glans. Kop en borststuk zijn tamelijk bobbelig. Het lijf van de kever kan tot zo’n 3.5 centimeter groot zijn. De duidelijk gesegmenteerde voelsprieten zijn bij de mannetjes nog langer dan het lijf en laten de boktor dan nog groter lijken.

Ze kunnen vliegen, maar zijn meer te bestempelen als brokkenpiloten. Ze vliegen namelijk min of meer op goed geluk op hun doel af, bijvoorbeeld een boom.

Je kunt ze van juni tot en met augustus overdag aantreffen. Vaak zitten ze dan vaak op witte bloemschermen van bijvoorbeeld berenklauw of engelwortel. Ze doen zich te goed aan het stuifmeel, net zoals hier op de foto. Tegelijkertijd helpen ze daarmee ook met de bestuiving. Ze eten naast stuifmeel ook de sappen uit wonden van bomen.

In Nederland en België vind je de Muskusboktor vooral in gebieden met veel (oude) wilgen, aangezien de larven van deze kever zich ontwikkelen in het hout van levende wilgen. Een andere naam is daarom ook wel wilgenboktor. Als er heel veel larven tegelijk in een wilg aanwezig zijn kan de wilg er zelfs aan onder door gaan. De larven leven zo’n 3 jaar van het hout voordat ze zich gaan verpoppen.

Helaas neemt het aantal Muskusboktorren in Nederland en België af. Dit komt voornamelijk door verdroging, waardoor er minder wilgen groeien. Als er wel veel muskusboktorren zijn, betekent dit dat het gebied in goede staat is en er voldoende oude wilgen aanwezig zijn.

---

–..– Facebook –..– Instagram –..– Adobe Portfolio –..– Photo albums –..– Nature blog –..–

---