De kleuren van het wier op de Brouwersdam leken wel in Kerststemming, zo fraai rood en geel. Deze kleine Drieteenstrandloper (Calidris alba) dribbelde er heel snel over heen, alsof het te heet onder z’n 6 teentjes was….

Het unieke aan deze soort strandloper is dat hij de achterteen mist, dus 3 tenen in plaats van 4, vandaar de naam.

Het is meer een strandvogel en minder een wadvogel, in tegenstelling tot de andere strandlopers. De vloedlijn langs het strand is echt zijn favoriete plek. Ze lopen daar snel op en neer, omdat ze hun eten ‘met de ogen zoeken’. Ze rennen eigenlijk voortdurend achter hun eten aan, door het ondiepe water van de kustlijn. Het menu bestaat uit kleine diertjes zoals insecten, kleine wormen en slakken. Maar ook een stukje wier of mos gaat er op z’n tijd wel in.

Het winterkleed is overwegend wit, vandaar de tweede naam ‘alba’= wit. In het voorjaar en zomer worden ze mooi diep roodbruin. Ze hebben zwarte poten, waar je ze al vaak aan kunt herkennen.

Het kleine vogeltje van zo’n 20 cm is wel een echte lange afstandstrekker. Ze vertrekken vanaf midden juli tot september hun broedgebied, wat ligt op de bijna kale toendra’s in noordelijke (Arctische) gebieden zoals Groenland, Spitsbergen en Siberië. Een klein deel overwinter in West-Europa, de rest gaat nog even een stukje verder, helemaal naar de kusten van Afrika. Grootste kans op deze soort in Nederland is in de najaarstrek (augustus-oktober) of in de voorjaarstrek (rond mei). Je ziet ze dan vaak in groepjes.

---

–..– Facebook –..– Instagram –..– Adobe Portfolio –..– Photo albums –..– Nature blog –..–

---