Langs de Brouwersdam kwam ik een groepje overwinterende Paarse strandlopers (Calidris maritima) tegen. Ze zijn zo’n 20 cm groot. Het zijn behoorlijk makke vogels die goed benaderbaar zijn, die je, ondanks zijn naam, niet aan het strand zult aantreffen, maar alleen op de basaltblokken van dijken en pieren. Je ziet ze vaak met Steenlopers (Arenaria interpres).

Kenmerkend (in de winter) zijn z’n korte gele pootjes en in de winter een paarsbruin/grijze verenkleed (vandaar de naam). Bij het groepje dat ik zag was die paarsige kleur niet echt aanwezig. Z’n gelige snavel buigt een beetje naar beneden. In de zomer is de kleur iets anders, de poten meer grijsgroen van kleur en het verenkleed heeft dan oranjebruine vlekjes.

Op het menu in de winter (wanneer ze met name aan de zeekust te vinden zijn) staan vooral weekdieren (slakken, mossels etc), kreeftachtigen, ringwormen, visjes en algen. In de broedtijd met name insecten, spinnen en slakjes en wat plantaardig spul.

Na de winter keren ze weer terug naar de rotsachtige gebieden langs de kusten van Scandinavië. Daar wordt door het mannetje de bodem van een kleine kuiltje gedecoreerd rijkelijk met plantaardig materiaal, maar de inrichting zal niet in VT wonen verschijnen.

Er worden door het monogame stel 3-4 eieren gelegd, waar 3 weken lang afwisselend vrouw en man op broeden. De jongen vliegen al na 3 weken uit, maar het vrouwtje maakt dat niet mee. Zij heeft het al voor het uitvliegen van de jongen bekeken en pakt al snel de koffers. Het mannetje mag ze dan verder alleen onder z’n hoede nemen.

• 

---

–..– Facebook –..– Instagram –..– Adobe Portfolio –..– Photo albums –..– Nature blog –..–

---