Rode klimmertjes…
Ik zag een stel mooie rode 0,5 cm grote kevertjes op de rietstengels op en neer kruipen. Het waren kevertjes met de naam Anthocomus rufus. Het is een dagactieve algemeen voorkomende kever die het actiefst is bij zonlicht en warmte. Je vindt ze in natte gebieden, vooral in riet rond stilstaande watergebieden.
Rufus staat voor roodgekleurd en de naam Anthocomus betekent in het Oudgrieks (anthokómos) ‘bloemenminnend’. Je ziet ze dan ook in de zomer en de herfst op bloeiende rietstengels waar ze zich te goed te doen aan het stuifmeel van rietpluimen, maar ook van andere bloemen. Ik vond dat ze zich ook voeden met dode dieren, mn prooidieren van de ook in riet voorkomende rietkruisspin (Larinioides cornutus) en dat ze ook kunnen jagen op kleine insecten.
Ze behoren tot de familie van de Bloemweekschilden (Melyridae), ook wel basterdweekschilden of bastaardweekschilden genoemd. Deze soorten hebben een zacht uitwendig skelet, vandaar de naam, wat vaak bedekt is met fijne haartjes. Deze kevertjes hebben over het algemeen een aantal contrasterende kleuren, zwart met bruin, groen of zoals deze, zwart met rood. Ook is hun kop en borststuk relatief groot.
De paring kan bestaan uit ‘vluggertjes’, het hele seizoen door, maar ook kan er een soort paringsdans aan vooraf gaan. Ze komen dan op elkaar af en dartelen in rondjes om elkaar heen. Het mannetjes stimuleert het vrouwtje met z’n antennes, het mannetje draait van haar weg en het vrouwtje knabbelt wat aan de haartjes op zijn dekschild. Dit ‘voorspel’ kan zo’n 10 minuten duren voor het paren begint. Snel na de paring worden eitjes afgezet en de larven leven van dode insecten. Na overwintering komen ze dan als volwassen kever te voorschijn.
–..– Facebook –..– Instagram –..– Adobe Portfolio –..– Photo albums –..– Nature blog –..–